Generatie V.

V.1 Theodorus Slangen en Catharina Valkenborchs       Hellebroek
(zoon van IV.1, kleinzoon van III.1)
Dirck is geboren rond 1620 en stierf op 1-2-1681 in Nuth. Hij trouwde op 20-5-1647 in Nuth met Catharina  (Trijn) Valkenborchs. Trijn is gestorven op 18-7-1686 in Nuth. Ze kregen 5 kinderen.    
1. Arnoldus (Ercken) is geboren op 13-2-1647 (buitenechtelijk) en gestorven op 1-3-1728 in Hoensbroek, 81 jaar oud. Hij trouwde op 4-2-1674 in Nuth met Maria Bemelmans. Zij werd geboren op 14-8-1655 in  Nuth is gestorven in Hoensbroek op 10-1-1728 (72 jaar oud)      VI.1
2. Catharina (Trijnecken) is geboren op 1-2-1650 in Nuth . Zij is daar gestorven op 14-8-1679, 29 jaar oud Op 30-12-1675 kreeg Catharina  een onwettige zoon Cornelius, waarvan verder niets bekend is.
3. Barbara is geboren op 25-5-1656 en is (71 jaar oud) gestorven op 3-2-1728 op de Vink (Wijnandsrade) Ze trouwde op 20-6-1684 in Wijnandsrade met Willem Schreurs. Hij is in Wijnandsrade geboren op 21-12-1655 en stierf op de Vink op 17-11-1747, 91 jaar oud. Willem kon niet schrijven. Ze hadden 7 kinderen. Barbara en haar man kochten in 1692 voor 200 gulden het erfdeel van een zwager in het ouderlijk huis van Schreurs. Ze leenden hiervoor 100 gulden, de rest zou in de komende 3 jaar betaald worden. Ze borgden met het huis met hof en weide (6 grote roeden), 3,5 morgen weide en 2 morgen akkerland. Alle bezittingen waren vrij van tienden.
4. Elisabeth (Lisken); haar geboorte- en sterfdatum zijn onbekend, maar ze leefde in elk geval nog in 1720. Ze trouwde op 27-2-1691 in Nuth met Petrus Houben. Deze is geboren op 6-11-1643 in Nuth. Toen hij op 1-3-1715 stierf woonde hij in de Menstraat (tussen Hellebroek en Terschuren, nu de Brakkendergats). De twee kinderen van Lisken erven in 1701 de helft van een huis in Hellebroek en 50 kleine roeden akkerland van hun tante Barbara Valkenborghs omdat Lisken en haar man haar goed verzorgd hadden. In 1741 verkopen de kinderen voor 12 pattacons 40 kleine roeden weiland in Laar, die ze van hun ouders geërfd hadden.
5. Theodorus (Dirck), geboortedatum onbekend, is waarschijnlijk gestorven op 30-1-1735 in Hellebroek, volgens het overlijdensregister was hij een oude ongehuwde man. Dirck ondertekende in 1699 een notarisakte; hij kon redelijk goed schrijven.

Theodorus en Lisken zijn waarschijnlijk geboren tussen 1657 en 1661, toen de geboorteregisters in Nuth niet werden bijgehouden. In 1699 zijn Ercken, Dirck, Lisken en Barbara erfgenamen van een derde deel van een  huis in Grijzegrubben van hun tante Meijken. Ieder verkoopt zijn deel door aan Jan Goossens voor 25 gulden en 25 stuivers. In 1699 en 1701 verkopen ze aan Goossens nog 90 roeden akker- en weiland voor 20 stuivers per roede. Ook in 1699 verkopen ze samen met Nelis Wijnen (de man van hun nicht) en hun neef Dirck (zoon van V.2) een halve morgen land in Aalbeek dat ze 20 jaar eerder van hun tante Barbara geërfd hadden. In 1700 krijgen ze nog een morgen land uit de erfenis van Barbara.

V.2 Arnoldus Slangen en Helena Spechs     Grijzegrubben
(zoon van IV.1, kleinzoon van III.1)
Aret is geboren op 8-9-1626 Nuth. Hij is gestorven in 1677 of in 1679, ongeveer 52 jaar oud. Hij trouwde trouwde op 12-11-1648 in Nuth met Helena Spechs. Zij gebruikt bij de geboorte van haar kinderen ook de namen Conings en Sijben, maar het gaat om dezelfde vrouw. Helena is gestorven op 26-12-1673 in Nuth.  Ze hadden 7 kinderen, waarvan er 3 jong gestorven zijn.Geen van de kinderen kon schrijven. Het lijkt een tamelijk arm gezin te zijn geweest.
1. Anna, geboren op 6-10-1648  (buitenechtelijk) is jong gestorven (voor of in 1651).
2. Anna is geboren op 10-8-1651 (meestal heet ze Sclangen). Ze kreeg in 1680 in Nuth een dochter met Jan Offermans geboren op 9-2-1653 in Voerendaal. Ze woonden daarna in Voerendaal. waar ze nog 4 kinderen kregen. Daar zijn beiden  na 1699 gestorven.     3. Elisabetha is geboren op 4-7-1655  en vermoedelijk jong, in elk geval voor 1699, gestorven.
4. Maria (Marie) is geboren op 10-4-1661. Bij de verkoop van een huis en grond door haar broers en zus in 1699 en 1703 wordt gemeld dat Marie in het buitenland is en dat niet bekend is of ze ooit terugkomt.
5. Arnoldus (Aret) is geboren op 5-5-1664. Hij trouwde rond 1692 met Ida Penris (Penders). Zij is geboren op 2-4-1668 in Hoensbroek en is gestorven op 13-2-1696 in Grijzegrubben. Zij werd slechts 27 jaar.        VI.2
6. Theodorus (in de doopakte Schlangen) is geboren op 20-11-1667 en gestorven op 5-12-1728 in Beek, 61 jaar oud. Hij is getrouwd op 24-9-1699 in Geleen met Catharina  Aerts. Zij werd geboren op 26-11-1672 in Beek en is daar gestorven op 20-12-1736 (64 jaar oud)      VI.3
7. Margarita (Griet) is geboren op 6-9-1672 en vermoedelijk jong, in elk geval voor 1699, gestorven.
Verder is er een Petrus gedoopt op 6-6-1674 in Nuth, waarvan de vader Arnoldus Slangen en de moeder Maria heet. Of deze Arnoldus de vader is is niet zeker.

In 1699 zijn Anna, Dirck, Aret en Marie erfgenamen van 1/3 van het huis van hun tante Meijken. Ze verkopen het voor 105 gulden aan Jan Goossens (die van de andere erfgenamen ook de andere delen van het huis heeft gekocht).Van Aret en Marie wordt gemeld dat ze in het buitenland zijn
In 1700 verkopen Anna, Dirck, Marie en de weeskinderen van Aret de jonge een huis met weide (20 kleine roeden) in Grijzegrubben voor 44 gulden totaal. Vermoedelijk gaat het hier om het ouderlijk huis. Het moet, gezien de prijs een heel armoedig huisje geweest zijn. Het huis van Meijken bracht 315 gulden op.
In 1702 verkocht Dirck Slangen, mede namens zijn zusters Anna en Marie en het kind van zijn broer Aret Slangen handelende, een halve morgen land achter Terstraten voor 10 stuivers per kleine roede. In 1703 verkopen ze land aan de Trichterweg voor 2 pattacons aan Jan Goossens.
Elisabeth en Griet worden nooit genoemd, dus die is voor 1699 overleden.


V.3 Petrus Slangen en Christina Roex     Nuth
(zoon van IV.2, kleinzoon van III.1)
Peter is vermoedelijk geboren in 1629 en is in Nuth gestorven op 20-11-1689, 60 jaar oud. Hij trouwde op 15-6-1658 in Valkenburg (protestants) met Christina (Stijntje) Roex. Zij is gestorven op 16-12-1684 in Nuth. Op 12-1-1652 trouwde in Nuth een Petrus Slangen met Anna Janssen. Het kan zijn dat dit het eerste huwelijk van Petrus was, maar dat is niet zeker. Peter en zijn zoon Jan konden schrijven. Peter en Stijntje hadden 3 kinderen.
1. Joannes (Jan) is geboren rond 1660 en in Nuth gestorven op 20-10-1702, 42 jaar oud Hij trouwde rond 1685 met Anna Peters. Anna is in Nuth gestorven op 11-12-1749     VI.4
2. Stephanus is geboren op 1-6-1666 en is, 77 jaar oud, in Nuth gestorven op 24-6-1743. Hij is in Nuth getrouwd op 16-10-1691 met Anna Coumans. Zij stierf op 14-3-1736 in Nuth   VI.5
3. Catharina is geboren op 19-7-1672 en is gestorven op 30-9-1730 in Grijzegrubben, 58 jaar oud. Ze trouwde op 1-2-1693 met Nicolaus Tietz, die in Grijzegrubben is gestorven op 14-12-1722. In 1713 woonden ze aan de Wijenweg en hadden ze een aftandse rood-bruine ruin (gecastreerd paard). Catharina hertrouwde op 27-10-1723 met Paulus Meijs. Deze stierf op 27-6-1752, ook in Grijzegrubben. Op 18 februari 1728 regelde Catharina "onvoorsien van wettige lijfserven" haar nalatenschap. Zij schonk het aan de zoons van haar broer Joannes. Aan Joannes schonk zij 60 kleine roeden in het Grijzegrubberveld achter de broonsbergh. Leonardus kreeg al haar andere goederen. Voorwaarde was wel dat hij een schuld van 150 gulden over zou nemen en zijn tante in ziekte en nood zou bijstaan en voor een waardige begrafenis zou zorgen.

Peter had van vrouwe Maria Catharina d'Eijnatten (die op kasteel Reijmersbeek woonde), 200 gulden geleend. Zij wilde in 1666 garantie of terugbetaling van dat bedrag. Aangezien zijn zwager Jan Roecx aan
Peter nog geld schuldig was voor verkocht land verklaarde hij op 23 december 1666 die schuld aan van Eijnatten over te nemen en borg te staan voor het geleende bedrag. Tot onderpand dienden anderhalve morgen weiland "ter geijt" in Nuth gelegen, grenzend aan de Nieuwenhof.
Op 2 mei 1688 verkocht Peter samen met kinderen, zijn broer Nelis en zijn zus Meijcken, 18 kleine roeden moestuin nabij de dorpskern van Nuth, grenzend aan  de weg van Nuth naar de Sijpen en de Nieuwenhof, voor 45 stuivers per kleine roede.
In 1697 verkochten Jan en Steven aan Mathijs Roex grond die ze vermoedelijk van hun vader geërfd hadden. Jan verkocht  78 kleine roeden weiland, grenzend aan  de Pletsmolen voor 190 gulden. De weide had "drifte met gerechtigkeijt over de Kreckelweijde". Steven verkocht ook 78 kleine roeden weiland, grenzend aan de moestuin van de Pletsmolen en aan Lijsbet Roex, die "de drifte over haer deijl moet leijden"  en 20 kleine roeden moestuin, grenzend aan de weg van Nuth naar de Sijpen. De totale koopsom bedroeg 310 gulden.

V.4 Theodorus Slangen en Maria Rouschen     Nuth
(zoon van IV.2, kleinzoon van III.1)
Theodorus (Derck) is geboren op 30-8-1631 in Nuth. Vermoedelijk is hij al in september 1669 gestorven. In 1687 was hij zeker al dood. Hij trouwde op 6-7-1659 in de Hervormde kerk in Valkenburg met Maria (Mayke) Rouschen (Roussel). Mayke is gestorven op 1-6-1702 in Nuth. Ze hadden 4 kinderen, waarvan er 2 jong gestorven zijn. Dirck kon schrijven.
1. Joannes (Jan). Zijn geboortedatum is onbekend; hij is gestorven op 10-1-1737 in Grijzegrubben. Hij trouwde op 11-10-1691 in Nuth met Maria Bosch. Zij stierf in Grijzegrubben op 24-9-1731.     VI.6
2. Catharina (Trijneken). Haar geboortedatum is ook onbekend; ze leefde nog in 1688, maar ook haar sterfdatum is onbekend.
3. Cornelia is geboren op 22-5-1665 en is op jonge leeftijd gestorven.
4. Elisabeth is geboren op 29-2-1668 en is ook jong gestorven.  

In 1657 had Dirck ruzie met de rentmeester van Wijnandsrade, die hij daarbij bedreigd had. Voor het gerecht vroeg Dirck vergiffenis en verklaarde hij dat hij de rentmeester voor een eerbare man hield en als er al iets gezegd was, dan was dat tijdens dronkenschap en onbedoeld. Zijn vader Jan Slangen borgde voor hem met zijn huis en goederen in Nuth.
In 1687 verkochten Jan en Trijneken Slangen hun erfdeel in een huis en hof in Grijzegrubben voor 15 gulden aan hun tante Cornelia, getrouwd met Paulus Goossens. Met dit bedrag werd een schuld van hun vader afgelost. De kinderen werden bijgestaan door hun oom en voogd Simon Rouschen. In 1688 kocht Willem Canisius voor 3 pattacons zes kleine roeden moestuin in Nuth-dorp van Jan en Trijneken Slangen, die zij geerfd hadden van hun vader; hun moeder Meijken Rousschen gaf toestemming hiervoor. Jan ondertekende de akte; Trijneke kon niet schrijven..

V.5 Cornelius Slangen en Joanna Wauben / Emerentia Frisschen  Schimmert 
(zoon van IV.2, kleinzoon van III.1)

V.5 1667
Inschrijving van het huwelijk door de dominee in Valkenburg:
29 junij [1667] Nellis Slangen j.m. van Scimmert met Jenne Voeben j.d. van Scimmert
Nelis is geboren rond 1640; bij een verhoor in 1663 zegt hij 23 jaar oud te zijn. Hij woonde toen in Schimmert. Hij trouwde op 29-6-1667 in Valkenburg (Hervormd) met Joanna Wauben. Nadat zij op 31-1-1674, bij de geboorte van het vierde kind, was gestorven trouwde Nelis opnieuw op 29-10-1675 in Schimmert met Emerentia (Urm) Frischen. Zij is in Schimmert begraven op 9-1-1719 en Nelis op 23-2-1727. Ze woonden vermoedelijk aan de Steeg in Klein Haasdal in het ouderlijk huis van Wauben. Nelis en Joanna kregen 4 kinderen, waarvan er 2 jong stierven. Met Urm kreeg hij nog 5 kinderen. Allen werden gedoopt in Schimmert.
1. Anna (Enken) is geboren op 16-5-1668. Ze trouwde op 22-10-1702 in de Maastrichtse Catharinakerk met Matthijs Bancx (Banck), die bakker was en burger van Maastricht. Ze kregen 5 kinderen, waarvan in 1713 alleen een dochter nog leefde. In 1707 leende Mathias 200 gulden, waarbij grond in Schimmert als borg gesteld werd, namelijk een halve bunder en 6 grote roeden akkerland in het Vroone Veltje en 6 grote roeden weide aan de Steeg. In 1708 wordt de erfenis van de ouders van Mathias verdeeld en krijgt hij een huis aan de Capucijnerstraat; ze moesten wel aan twee zussen van Matthijs 500 gulden betalen. Op 8 juni 1713 is Anna ziek en laat ze een testament maken, waarbij haar man alles erft. Hij krijgt ook het recht om bezittingen te verkopen omdat hij niet veel geld heeft. Vermoedelijk is ze kort daarna overleden, want Mathijs trouwt in 1714 opnieuw..  
2. Gerardus is geboren op 4-4-1670 en op jonge leeftijd (voor 1697) met onbekende bestemming vertrokken. De familie heeft hem nooit meer teruggezien.
3. Maria is geboren op 28-2-1672 en is gestorven voor 1688.
4. Joannes is geboren op 28-1-1674 en is gestorven  voor 1677.
5. Joannes (Jan) is geboren op 13-11-1676 en gestorven op 23-6-1759  in Schimmert, 82 jaar oud. Hij trouwde rond 1702 met Maria Bertrand. Zij is in Schimmert gestorven op 26-3-1756.  VI.7
6. Hubertus is geboren op 11-10-1680 en gestorven op 2-11-1751 op de Put in Schimmert. Hij was toen 71 jaar. Hij trouwde op 5-2-1726 (hij was toen al 46) in Spaubeek met Mechtilda Habets (Mettjen). Zij is gestorven op 30-7-1758.    VI.8 
7. Catharina werd geboren op 29-3-1683 en is, 64 jaar oud, gestorven op 22-9-1747 in Schimmert. Ze is rond 1722 getrouwd  met Wijnand Lemmens, die in Schimmert stierf op 9-2-1762. Wijnand kon niet schrijven. Er zijn 2 kinderen bekend, Maria en Cornelius.
In 1724 kopen ze een morgen land aan de Grachtweg in Nuth voor 120 gulden. In 1727 kopen zij het huis (gelegen aan gen Strouck en groot 6 grote en 5 kleine roeden) van Hubertus, de broer van Catharina. De prijs samen met nog 25 kleine roeden weiland bedraagt 496 gulden. In 1726 kochten ze 1,5 morgen land in Schimmert, in 1727 54 kleine roeden in het Haeselderveld voor 15 gulden, in 1733 een morgen akker aan de Leeuwenkoul in Schimmert voor 31 gulden en 10 stuiver per grote roede, in 1738 een bunder akkerland achter de Calverweide aan de weg naar Grijzegrubben voor 29 gulden per grote roede, in 1741 160 keine roeden grond in Schimmert voor 21 stuiver per kleine roede en ook in 1741 van Hubertus, de broer van Catharina, een koolhof in Schimmert groot 53 kleine roeden, voor 88 gulden en een weide, groot 121 kleine roeden, voor 48 stuiver per kleine roede.
8. Henricus is geboren op 8-7-1685 en is gestorven op 13-10-1731 in Schimmert. Hij werd slechts 46 jaar oud. Rond 1728 trouwde hij met Catharina Schillinx. Zij is geboren op 17-8-1695 in Schimmert en is daar  gestorven op 21-4-1768 (72 jaar oud). Ze is niet meer hertrouwd.     VI.9
9. Maria is geboren op 6-6-1688 en is jong, in elk geval voor 1721 overleden.

Tussen 1669 en 1673 leende Nelis 200 gulden, waarvoor hij zijn huis met hof en weide in Schimmert (een halve bunder) als onderpand gebruikte. Van iemand anders leende hij in 1670 nog 100 gulden met als onderpand 2,5 morgen land en weide aan de Steeg in Schimmert. In 1677 verkoopt hij 8 grote roeden akkerland voor 20,5 gulden per roede plus een vet varken ter waarde van 20 gulden. Ook in 1677 koopt hij 90 kleine roeden akkerland in 't Vronevelt. Als betaling geeft hij een paard en ook nog 15 gulden. In 1678 verkoopt hij 2 percelen, onder Meerssen gelegen, samen 9 grote en 17 kleine roeden voor 18 gulden per grote roede, die hij in 1677 door ruiling verkregen had. Op 2 mei 1688 verkocht Nelis samen met zijn broer Peter Slangen uit Nuth, diens kinderen en zijn zus Meijcken Slangen, 18 kleine roeden moestuin nabij de dorpskern van Nuth, grenzend aan  de weg van Nuth naar de Sijpen en de Nieuwenhof, voor 45 stuivers per kleine roede. In 1695 koopt hij 6 grote roeden weiland in Schimmert voor 234 gulden. In 1697 koopt hij van zijn ongehuwde dochter Anna haar huis met hof en weide (9 grote roeden) in Schimmert voor 700 gulden. Als belasting moesten 2 kapoenen en 2,5 vat rogge geleverd worden aan de kerk van Valkenburg. Anna had die bezittingen vermoedelijk geërfd van de ouders van haar moeder. Haar broer Gerardus was met onbekende bestemming vertrokken. Als hij ooit terug zou komen zou hij zijn helft alsnog krijgen.
In 1699 koopt Nelis 15 grote en 15 kleine roeden land in het Calersveldje. Het viel onder de schepenbank Geleen en lag dus vermoedelijk bij de Bies. In 1709 koopt Nelis van zijn dochter Anna en Mathijs Bancx 2 percelen weiland (13 grote roeden) aan de Steeg voor 45 gulden per grote roede. Tegelijkertijd leent hij van Peter Hogers uit Maastricht 600 gulden. Als borg stelt hij behalve het gekochte weiland zijn huis en hof en weiland aan de Steeg (23 grote roeden) en nog 5 grote roeden land in het Vroene velt bij de Steeg.
In 1721 zat Nelis in financiële problemen. Zijn schoonzoon Matthijs Banx eiste terugbetaling van 1000 gulden. Zoon Joannes had hiervan 650 gulden voorgeschoten en schoonzoon Wijnand Lemmens 100 gulden. Nelis was toen ongeveer 80 en was niet in staat om zijn kinderen te betalen. Hij droeg daarom al zijn bezittingen over aan de kinderen Jan, Hendrik en Catharina. Hubertus wordt in de notarisakte niet genoemd. De kinderen kregen 13 grote roeden weiland aan de Steeg (die Nelis in 1709 van Matthijs Banx gekocht had), 4,5 grote roede "int vroone velt" en ca. 10 grote roeden land onder Nuth. De drie kinderen zouden ook de kosten van de advocaat van Banx betalen. Toen hij overleed bezat hij nog het huis en en had hij de lening van 600 gulden uit 1709 nog niet terugbetaaald.
Testament Anna Slangen (gedeeltelijk)
In den naeme van de Alderheijlighste Drijevuldigheijt Amen.
Comparerende op heden den 8 Junij 1713 voor mij onderget. Notaris openbaer binnen de Stadt Maestright residerende in de presentie van de geloofw: getuijgen naergenoemt, d'eersamen Mathijs Bancx, Borger ende Backer deser Stadt, gesont van lichaeme gaende ende staende, ende d'eerbare Anna Slangen, sijne huijsvre, kranck ende indispoos op een stoel voort bedde sittende, noghtans beijde haer verstandt, memorie, ende vijf sinnen, over al wel maghtigh weesende , soo als de selve opentlijck verclaerden ende mij notaris ende getuijgen wel gebleecken is, de welcke beijde Comparanten overdenckende de broosheijt der menschelijcker natueren, ende datter niet seeckerder en is, dan de doot ende niet onseeckerder als de uijre der selver, hebben daerom uijt dese werelt niet willen scheijden sonder alvoorens van haere tijdelijcke goederen haer bij Godt Almachtigh vertleent ende bij malcanderen gebroght hoedaenigh de selve moghten weesen, en waer gelegen sijn, Eerstelijck soo beveelen sij Testateuren haere Sielen soo wanneer het den Almaghtigen Godt believen sal daer over te disponeren en uijt dit jammerdal te haelen, in de grondeloose Barmhertigheijt Godts, sijne gebenedijde Moeder de Heijlige Maria, ende den Hemelschen Geselschappe, kiesende de tweede Comparante haere Sepulture bij soo verre eerst quam aflijvigh te worden, in de Kercke der Eerw. Patres Minnebroeders alhier, laetende den dienst als andersints, noodigh tot de Begraffenisse, ter dispositie van den langhstlevende,
koomende nu tot de dipositie van haere gem: tijdelijcke goederen ...............
Nelis maakt met een mes en een geweer krakeel op meifeest.
Begin mei 1663 vond in Grijzegrubben het traditionele meifeest plaats dat ieder jaar door de Jonkheid van het dorp georganiseerd werd. Daarbij worden alle ongehuwde meisjes (vanaf 16 jaar) uit het dorp bij opbod "verkocht". De meisjes waren zelf daarbij niet aanwezig. De meest biedende had het recht om aan het huis van het meisje een versiering aan te brengen die tot eind mei moest blijven hangen. Het meisje was "moest" met hem naar het meifeest te gaan, maar was verder tot niets verplicht. Het geld dat de jongens betaalden ging in de kas van de Jonkheid.
Op 1 mei 1663 ging Nelis, toen 23 jaar oud, met Ercken Katackers naar het meifeest in Grijzegrubben. Bij herberg "de Boon" was de mei-den opgericht en werd in de wei feest gevierd. Daar kregen ze ruzie met een drietal uit Hulsberg. Paul Goossens (een zwager van Nelis die in Grijzegrubben woont) bemoeide zich er mee, maar wordt door enkele anderen geslagen. Jan Nuchelmans uit Grijzegrubben (zijn grootvader was schepen van Nuth) slaat Goossens zelfs tot bloedens toe met een stok op zijn hoofd. De waard van de herberg wordt er bij gehaald en die raakt slaags met Nelis. Nelis steekt met een mes, maar raakt de waard niet. Wel is zijn hemd beschadigd. Nelis en zijn vriend vertrekken, maar wachten de drie mannen uit Hulsberg in Terstraten op. Nelis heeft een vuurwapen bij zich, een zogenaamd roor, dat met een lont ontstoken moet worden. Hij richt het op een van de Hulsbergenaren. Tegen drie man kan hij echter niet op. Ze nemen hem het roor af en slaan het op zijn rug kapot. Nelis gaat er van door. Zijn vriend Ercken wordt meegenomen naar de Boone en daar door Nuchelmans tot bloedens toe in het gezicht geslagen. De gerechtsbode wordt gewaarschuwd die Ercken op kasteel Reijmersbeek gevangen zet. De schepenen van Nuth verhoren de waard en 8 getuigen, maar over de straffen is niets bekend.


V.6 Theodorus Slangen en  Anna Stevens.     Spaubeek
(zoon van IV.3, kleinzoon van III.1)
Theodorus (Dirck) is geboren op 20-4-1632 in Brunssum en gestorven op 8-8-1700 in Spaubeek, 68 jaar oud. Hij trouwde op 23-10-1661 in Beek in de Hervormde kerk met Anna Stevens. Zij is gestorven in Spaubeek op 12-8-1669. Anna gebruikte als achternaam Stevens (Stehens, Stephens), Penris en Hermens, maar vermoedelijk gaat het toch steeds om dezelfde vrouw. Dirck kon niet schrijven.
Ze hadden 4 of 5 kinderen, waarvan er 2 jong zijn overleden. Toen de moeder overleed waren ze nog geen 5 jaar oud.
1. Laurentius is geboren op 3-9-1662 in Spaubeek en vermoedelijk jong gestorven.  
2. Cornelia (Neleken) is gedoopt op 1-6-1665 in Nuth en ze begraven op 17-9-1749 in Spaubeek, 84 jaar oud. Ze trouwde op 20-5-1692 in Nuth met Gerardus Leunis (Lonis). Gerard is op 15-10-1733 in Spaubeek overleden. Ze hadden twee zoons, waarvan er één overleed toen hij 26 was. In 1697 verkocht Gerard aan Frans Crijns, schepen en burgemeester van Nuth, een morgen weiland "den briemer", voor 15 stuivers per kleine roede. Hij had die grond kort ervoor gekocht van een neef van Neleken. In 1699 ruilde hij 80 kleine roeden land aan de weg naar Grijzegrubben met Hendrik Drummen. Hij kreeg 27 kleine roeden aan de Wijnweg en een schuld van 68 gulden werd door Hendrik afgelost. In 1700 verkoopt hij met toestemming van schoonvader Dirck een halve morgen land voor 18 stuiver per roede en in 1701 verkocht hij een halve morgen land omtrent de waterkuil achter Grijzegrubben voor 22 stuivers per kleine roede. In 1723 kocht hij een huis aan de Ghijsen in Heerlerbaan. Hij had dit deels geerfd en leende 500 gulden om de andere erfgenamen uit te kopen. Het echtpaar was niet onbemiddeld, want in 1739 leende Cornelia aan Leonaert Limpens 500 gulden.
3. Anna is geboren op 3-5-1667 in Spaubeek en is vermoedelijk jong overleden.    
4. Catharina is geboren op 3-2-1669 in Spaubeek en trouwde op 11-12-1707 (38 jaar oud) in de Hervormde kerk in Beek met Peter Haegmans, een weduwnaar uit Groot Genhout. Kinderen hebben ze niet gehad.
5. Theodorus, die in Spaubeek woonde en getrouwd was met een Cornelia, is misschien ook een zoon van dit gezin. Er is verder niet veel van hem bekend.       VI.10 

V.7 Matthias Slangen en Maria Maes     Nuth
(zoon van IV.3, kleinzoon van III.1)
Matthias (Tijs) is geboren op 28-10-1635 in Nuth  Hij trouwde op 15-9-1668 in Nuth met Maria Maes (ook Roex genoemd). Zij is geboren op 3-2-1644 in Nuth. Beiden stierven kort na elkaar aan dysenterie. Maria stierf op 15-8-1676 (32-jaar oud.) en Tijs 3 maanden later op 30-11-1676 (41 jaar oud). Het jongste kind is dan net 4 jaar oud.
Ze hadden 2 kinderen.
1. Laurentius is gedoopt op 23-7-1669 in Nuth. Laurens verkocht in 1697 een morgen weiland, genaamd de Briemer, in Grijzegrubben aan zijn nicht Neleke, getrouwd met Gerard Lonis. De grond had hij geërfd van zijn ouders. Hij was toen militair in het Nederlandse leger (ondanks het feit dat Nuth Spaans was). Vermoedelijk was hij in Maastricht gelegerd want de verkoopakte werd daar opgemaakt.
2. Catharina is geboren op 19-6-1672  in Nuth.  

V.8. Joannes Slangen en Aleidis Janssen     Nuth
(zoon van IV.3, kleinzoon van III.1)
Jan is gedoopt op 27-6-1640 in Nuth. Hij stierf aan dysenterie en is begraven op 29-8-1676 (36 jaar oud). Hij was gehuwd met Aleidis Janssen. Zij is vermoedelijk in Nuth geboren op 10-5-1639. Met haar had hij een zoon Michael, die werd gedoopt op 4-6-1665 in Nuth. Van Aleidis en Michael is verder niets bekend.
In 1662 is Jan Slangen betrokken bij een vechtpartij. Servaes Limpens had ruzie met Teuwis Tribels. Samen met zijn zonen en Jan Slangen werd Tribels afgeranseld. De schepenen veroordeelden de daders, maar die gingen in beroep bij het leenhof Valkenburg omdat de schepenen partijdig zouden zijn. De vader en twee andere familieleden van Tribels waren schepen. Het leenhof verklaarde de veroordeling ongeldig, maar de schepenen ging in beroep bij de Raad van Brabant in Brussel met het argument dat het leenhof in die zaak niet bevoegd was. Of dat iets opleverde is onbekend.

V.9. Arnoldus Slangen en Gertrudis Korffs     Schinnen
(zoon van IV.3, kleinzoon van III.1)
Arnoldus (Aret, Ercken) is gedoopt op 29-5-1644 in Nuth en is vermoedelijk in Nuth gestorven op 24-9-1679, 35 jaar oud. Aret nam de funktie van "ophelder" van 4,5 bunder land "die bergher Driessen" bij Grijzegrubben van zijn oom Ercken over na diens dood in 1660. De ophelder moest zorgen voor de goede gang van zaken op die grond, die aan 20 mensen verpacht was. Begin 1682 was Aret zeker overleden en werd iemand anders tot ophelder benoemd. Aret trouwde met Gertrudis Korffs (Geert Corvers). In 1668 kreeg Geert een zoon waarvan de vader voor de geboorte van het kind al overleden was. Geert is na het overlijden van Aret niet meer hertrouwd en leefde in 1699 nog. Er liep toen nog een lening van 68 gulden die voor 1/5 deel op haar naam stond. De rest stond op Neleken, de dochter van haar zwager (V.6). Het moet dus een lening van haar schoonvader geweest zijn.
Aret en Geert kregen één dochter,  Anna, geboren op 2-8-1671 in Nagelbeek. Anna is gestorven op 7-4-1756 in Puth, 84 jaar oud. Ze trouwde op 3-2-1703 in Schinnen met Theodorus Wijnckens die is geboren op 2-10-1661 in Schinnen en  gestorven op 5-5-1737 in Puth (75 jaar oud). Ze hadden 5 kinderen.
Twee weken voor haar dood liet Anna een testament opmaken, waarvoor de schepenen van Schinnen naar haar huis in Puth waren gekomen, waar ze bij haar zoon Peter inwoonde. Bepaald werd dat ze “eene loffelijke kerkendienst” en een begrafenis op het kerkhof zou krijgen, zoals ze in 1748 al met haar kinderen had afgesproken. Haar zoon Peter kreeg al haar goederen: enkele lakens, bedden en kisten en een aambeeld. Hij moest dan wel drie jaar lang op alle “Broederschapsdagen” voor 5 pattacons een mis laten doen “tot laeffenis van haar Siele”.

V.10 Eustachius Slangen en Catharina Beckers    Gulpen
(zoon van IV.8, kleinzoon van III.3)
Stas is geboren op 14-10-1648 in Maastricht en is gestorven op 22-3-1681 in Gulpen, 32 jaar oud.  Hij trouwde op 4-9-1674 in Gulpen  met Catharina Beckers. In 1675 woonden ze in het ouderlijk huis, “het wit Peertken”. Zijn neef Gulielmus en Anna Beckers, een zus van Catharina (18 jaar oud) woonden bij hen in huis. Catharina hertrouwde in 1682 met Henricus Eerckens (schepen en burgemeester van Gulpen) en kreeg met hem nog 5 kinderen. Ze is gestorven op 5-8-1720 in Gulpen. Stas was in 1677 collecteur van Gulpen, d.w.z. dat hij verantwoordelijk was voor de inkomsten en uitgaven van de gemeente.
Stas had 4 kinderen, die geboren zijn in Gulpen.
1. Ida is geboren op 14-7-1675. Ze trouwde met Johannes Franciscus Peerboom; hij is op 21-12-1686 in Gulpen geboren. Ze woonden in "de Kroon" in Gulpen, het ouderlijk huis van Frans. Ze hadden 6 kinderen waarvan er 4 stierven voor ze 3 jaar waren. Ida is in Gulpen gestorven op 15-3-1736, 63 jaar oud en Frans op 17-7-1764, 77 jaar oud. De pastoor noteerde bij zijn overlijden dat hij 30 jaar weduwnaar was en uitgeput was. In 1713 leende Frans, samen met zijn vader, 1600 gulden. Als onderpand diende het huis “de Croon”, het ernaast gelegen huis “de Peerboom” en het deel van het ouderlijk huis dat Ida zal erven na haar moeders dood. In 1720 werd de lening afbetaald; hiervoor leenden ze 1200 gulden van Johan Clermont met als onderpand het huis “de Croon” met mesthof, stallingen, schuur en koolhof, 2 bunder en een morgen land en de helft van het huis “het witte peerd”. In 1730 neemt Frans van Judith de la Haij haar erfdeel over in het naast “de Croon” gelegen huis, dat zij heeft geërfd van haar tante en dat afkomstig was van luitenant Joannes Babtistus Peerboom. Hij betaalde hiervoor 150 gulden en 77 kleine roeden akkerland. In 1735 werd deze erfenis tussen de drie erfgenamen verdeeld. Frans kreeg een deel van het huis (een kamer op de begane grond en een kamer erboven plus de zolder) dat tegen zijn huis aan lag. Ook kreeg hij een hoppenhof en koolhof gelegen op het Veld. In 1739 werden nog details van de verdeling geregeld en betaalde Frans een lening van 200 gulden af die op het huis rustte.
2. Joannes Gulielmus is geboren op 23-3-1677 Gulpen en is, 18 maanden oud, gestorven op 14-9-1678.  
3. Balthasar is geboren op 5-1-1679 en is gestorven op 26-2-1734 (55 jaar oud). Hij trouwde met Maria Catharina Gielkens (Gilkens). Zij is gestorven in Gulpen op 7-5-1743.     VI.12  
4. Maria is geboren op 13-10-1680. In 1707 was ze Capucinesse in het klooster Sion in Maaseik. Haar broer Balthasar betaalde 900 gulden voor haar levensonderhoud in dit klooster.

Het “witte peerd” werd in 1679 gedeeld. Eustachius en Catharina Beckers kregen een deel en een ander deel ging naar Urbanus Dodemont, gehuwd met Anna Beckers. Die verkocht zijn deel aan Stas, zonder dat officieel vast te leggen. Pas in 1697 werd dit door de schepenbank ingeschreven.
In 1710 voerden Hendrick Erckens samen met Balthasar in Ida en de zoons van Gerardus Beckers een proces over de grond die Maria Beckers (echtgenote van IV.8) in 1670 had vererfd aan haar broer Gerardus. Gerardus was kort daarna met onbekende bestemming vertrokken. Het ging om 14 grote roeden land in Breust.
In 1723 lenen de erfgenamen van Stas (vertegenwoordigd door hun stiefvader Hendrick Erckens) samen met hun oom Nicolaas 300 gulden van pastoor Gijssels. Als onderpand golden de vier huisjes en de grond in Wijck, geërfd van hun grootvader. Nicolaas was aansprakelijk voor 200 gulden omdat zijn aandeel in de vier huizen groter was en de erven van Stas voor 100 gulden. De lening werd pas enkele maanden na de dood van Nicolaas ingeschreven bij de schepenbank..

V.11 Nicolaus Slangen  en Joanna Sleijpen / Elisabeth Schijns  Gulpen
(zoon van IV.8, kleinzoon van III.3)

kerkGulpen
De toren van de oude kerk in Gulpen.

Nicolaus is geboren op 8-3-1651 in Maastricht en gestorven op 21-9-1723 in Gulpen op 72-jarige leeftijd. Zij naam wordt ook als Slanghen geschreven. Hij trouwde met Joanna (Jenne) Sleijpen die is geboren in 1651 en gestorven op 27-2-1704 in Gulpen (53 jaar oud). Na haar dood  trouwt hij met Elisabeth Schijns (Scheijns). Zij is  in Gulpen geboren op 27-4-1674 en daar gestorven op 19-12-1733 (59 jaar oud). Nicolaus wordt in akten prenobilis dominus (eervolle heer) genoemd; hij kon schrijven. Ook Jenne Sleijpen kon schrijven, maar Elisabeth Schijns niet. Voor hij trouwde kreeg hij op 1-1-1670 in Gulpen een onwettige zoon, Gulielmus, die de achternaam van zijn moeder Anna Maria Senden kreeg. Met Joanna kreeg hij 5 of 6 kinderen en met Elisabeth nog 4, allen werden in Gulpen geboren.    1. Joannes Gulielmus is geboren op 8-7-1680 en is in Gulpen gestorven op 6-5-1702 (22 jaar oud).
2. Gertrudis is geboren op 11-2-1683, ze trouwde met Johannes Erkens (Eerckens), geboren op 28-12-1684 in Gulpen. Hij was een zoon van Hendrik Eerckens (V.10). In 1709 verhuizen ze naar Aken. Ze kopen daar een uitspanning met huis en hof in de Pontstrasse en lenen daarvoor 1150 pattacons van de Societeit Jesu in Maastricht tegen 4 % rente. Als onderpand dient behalve het huis in Aken grond in Mechelen, Wijlre en Gulpen en het erfdeel van Joannes in de bezittingen van zijn vader. In 1712 lenen ze 55 pattacons (120 gulden) van de pastoor van Gulpen met als onderpand het erfdeel van Gertrudis in het huis genaamd “de Coningh van Spanje” (tussen “het wit peerd” en de erfgenamen Gielkens) en een morgen en 12 kleine roeden beemd achter de Gulpenerberg.Gertruijd verkoopt in 1721 aan haar neef Baltasar haar 2/3 deel van het huis “Coningh van Spanje” voor 1800 gulden. In 1712 leent Johannes 1000 gulden van zijn vader Hendrik voor zijn schoonbroer Franciscus, die dat nodig heeft om in te treden in het klooster.
3. Ida is geboren op 25-8-1685 en is in Gulpen gestorven op 26-7-1686 (nog geen jaar oud).
4. Joannes Adolphus is geboren op 22-6-1687 en is in Gulpen gestorven op 6-4-1703,  15 jaar oud
5. Carolus Franciscus (Frans) is geboren op 3-7-1690. In 1712 gaat hij naar het klooster Bodendael (bij Brussel) van de Minderbroeders om professie te doen. Daar laat hij een testament opmaken waarbij alles wat hij zal erven aan zijn zwager Johannes Erkens toekomt omdat die altijd de kosten van zijn studie betaald heeft.
6. Maria Catharina. Hiervan is geen doopakte aanwezig, maar in akten van de schepenbank wordt ze genoemd als jongste dochter uit het eerste huwelijk van Nicolaas. Ze trouwde op 7-5-1716 in Gulpen met Matthias Leurs (haar achternaam is dan Slanghen). In 1721 ruilen ze met haar neef Balthasar hun deel in “de Coningh van Spanje” tegen het huis “de Roos”. Matthias stierf op 31-1-1722. Catharina trouwde daarna op 16-8-1722 in Gulpen met Joannes Arnoldus Mauritsnet. Mogelijk is deze naam onjuist en gaat het om iemand afkomstig uit Moresnet. Van het echtpaar is verder niets bekend.
7 en 8. Eustachius en Wilhelmus zijn geboren op 8-12-1707 Wilhelmus is na 3 dagen gestorven en Eustachius na 16 dagen.
9. Ida is geboren op 29-11-1710 en is gestorven op 5-4-1754 in Gulpen. Ze werd 43 jaar oud. Ze trouwde op 1-5-1734 in de Hervormde kerk en op 28-10-1734 in de katholieke met Eustachius Urlings (Urlickx,Urlinx). Eustachius is in Gulpen geboren op 27-9-1712 en gestorven op 29-12-1757, 45 jaar oud. Ze hadden 7 kinderen, waarvan de jongste 5 jaar was toen beide ouders overleden waren.
10. Johannes Franciscus (Francis) is geboren op 27-1-1713. Hij trouwde op 1-2-1738 in Gulpen (hervormd) met Anna Pfennings, die geboren is in Vaals. Zijn naam wordt ook wel als Slanghen geschreven  VI.13

In 1680 verkocht Nicolaus samen met twee zwagers een weide in Mechelen, eigendom van hun (schoon-) moeder. Het ging om 2 morgen en 40 roeden, gelegen aan de Dijck in Mechelen, die verkocht werden voor 4 gulden per roede. In 1681 leende Nicolaas 300 gulden en borgt met zijn aandeel in 4 huisjes in het Ruijterstraatje in Wijck. Hij kocht van de erfgenamen Gielkens een huis, gelegen naast hun panhuis (brouwerij) voor 300 gulden. Binnen 6 weken moet 100 gulden betaald worden; de rest wordt geleend. Het huis, later “de Coningh van Spanien” genoemd, heeft een gezamenlijke toegang met het panhuis. Aan de oostkant wonen de erven van Stas (V.10) die met toestemming van Gielkens een varkensstalletje tegen het door Nicolaus gekochte huis heeft gebouwd. In 1688 pacht Nicolaus van het grafelijk Huis Gronsveld de visserij-rechten in Slenaken. Hij betaalt hiervoor 17 pattacons per jaar. Bovendien moet hij van tijd tot tijd een schotel truijten (forel) op het kasteel brengen en mag de verpachter “bij manier van recreatie” vissen vangen. Het vangen van kleine vissen was verboden. In 1701 leent Nicolaus van pastoor Gijssels 600 gulden tegen 5% rente. Onderpand is het huis met mesthof en stallen dat hij in 1681 kocht. In 1702 voelde Joanna haar dood aankomen en maakte ze met Nicolaus een testament op de langstlevende. Nicolaus kreeg daarbij het recht om zo nodig de 4 huizen aan de Maas in Wijck die hij van zijn vader geërfd had, te verkopen en daarmee de schuld aan de pastoor af te lossen. Over de rest van de opbrengst kon hij vrij beschikken. In juli 1712 had Nicolaus weer schulden; hij moest 59 pattacons en 25 stuiver betalen. Omdat de schulden grotendeels tijdens het eerste huwelijk gemaakt waren moesten de kinderen uit dat huwelijk mee betalen. Maria Catharina had in Mechelen akkerland geërfd. Het graan zou geoogst en verkocht worden aan de meestbiedende. Omdat dat niet genoeg zou opbrengen diende als onderpand voor de rest het vierde deel van het oudershuis van zijn vrouw, gelegen aan het Veld aan de zuidkant van de Gulp. Daarmee waren de problemen niet opgelost. In augustus werd Nicolaus veroordeeld tot het betalen van 50 pattacons aan Frans Mallier, molenaar in Maastricht. De schuld wordt overgenomen door zijn schoonzoon Jan Erkens. Die krijgt daarvoor alle goederen van Nicolaas. Hij mag ze wel nog tot zijn dood gebruiken. Ook krijgt hij het vruchtgebruik van 112 kleine roeden beemd achter de Gulpenerberg bij de Geul. Als die beemd verkocht wordt heeft Maria Catharina recht op 1/3 deel. In 1719 was de schuld van 59 pattacons en 25 stuivers nog niet betaald; Nicolaas verleent de schuldeiser het vruchtgebruik over 7 vierdel land en 5 vierdel beempt in Wijlre. In 1721 gaat het woonhuis van Nicolaus, genaamd “de Coningh van Spanien”  naar de kinderen. Gertrudis krijgt 2/3 deel (ook het deel van Frans) en Maria Catharina 1/3. Ze verkopen en ruilen het met hun neef Balthasar. In 1723 leent Nicolaas, samen met de erfgenamen van Stas (vertegenwoordigd door hun stiefvader Hendrick Erckens) 300 gulden van pastoor Gijssels. Als onderpand golden de vier huisjes en de grond in Wijck, geërfd van hun vader. Nicolaas was aansprakelijk voor 200 gulden omdat zijn aandeel in de vier huizen groter was en de erven van Stas voor 100 gulden. De lening werd pas enkele maanden na de dood van Nicolaus ingeschreven bij de schepenbank.

V.12 Petrus Slanghen en Joanna Aerts     Heer
(zoon van IV.8, kleinzoon van III.3)
Petrus is in Maastricht geboren op 31-8-1653. Hij trouwde op 6-6-1694  in de St.Nicolaaskerk in Maastricht met Joanna Aerts. Zij was een molenaarsdochter uit Mheer, waarschijnlijk geboren op 9-4-1669. Petrus was toen hij trouwde militair. Er is één kind bekend, Helena  geboren op 4-8-1695 in Heer (opmerking in doopakte bij vader: ex itteren, miles sub legione d holsteinpluijm). Petrus was dus militair in het infanterieregiment van het Staats leger in Maastricht, dat vanaf 1693 onder leiding stond van kolonel Johan hertog van Holstein-Plön, vanaf 1726 onder Dibbets.

V.13 Eustachius Slangen en Elisabeth Roeckx / Catharina de Hoes        Maastricht
(zoon van IV.7, kleinzoon van III.3)
Eustachius is geboren op 17-7-1652 in Maastricht en is daar gestorven op 30-12-1719 (67 jaar oud). Hij is in de St. Nicolaaskerk begraven. Hij trouwde op 1-10-1700  (48 jaar oud) in de St.Nicolaaskerk met Elisabeth Roecks (Roocx). Ze is op 8-11-1662 in Nuth geboren en overleed op 24-5-1716 (53 jaar oud). Ze is in St. Nicolaas in de kerk begraven. Na haar overlijden trouwde Stas op 14-1-1717 met Catharina de Hoes. Zij overleed op 17-2-1761, dus ze moet veel jonger zijn geweest dan Stas. De uitvaart van catharina was in de Nicolaaskerk, maar ze is niet in de kerk begraven. Catharina is niet meer hertrouwd. Stas handelde o.a. in schapen. In een notarisakte uit 1677 wordt op verzoek van een koper afgesproken dat als Stas schapen verkoopt hij die apart moet houden tot de koper ze afhaalt. Doet hij dat niet dan is de koop ongeldig. 
Met Elisabeth had Stas twee dochters, die in de St. Nicolaaskerk werden gedoopt en Brabants burger waren. Van hen is verder niets bekend.
1. Sara is geboren op 10-8-1702.
2. Elisabeth is geboren op 22-7-1704.

Stas bezat in Nuth een boerderij (die verpacht was) en veel grond. In 1682 leende Stas 1000 gulden van de St. Servaaskerk. Onderpand was zijn kindsdeel in de dan nog onverdeelde erfenis van zijn ouders. Bovendien stond ook zijn zwager Frederick Lijsens voor hem borg. In 1683 leende hij van een notaris in Maastricht 200 gulden voor een periode van 6 weken. In 1689 werd beslag gelegd op enkele bezittingen van Stas. Het ging om een mantel, rok, hemden en dassen die bij zijn zus Helena waren.  In 1692 werd de lening van 1000 gulden door Egidius Lijsens (een broer van Frederick, die inmiddels overleden was) overgenomen en vernieuwd voor de schepenbank in Berg (bij Maastricht). Als compensatie kreeg hij een boerderij in Nuth (waarschijnlijk Grijzegrubben) waar Jan Leunis halfwin (pachter) was. In 1699 verkocht Stas aan zijn broer Peter diverse landerijen voor in totaal 594 gulden. In 1713 had Stas grond aan de Wijenweg in Nuth. 
Catharina kocht in 1722 voor 410 gulden het huis de Carcolle in de Stokstraat (naast het huis Stockem) en betaalde contant. In 1752 leent ze van de pastoor van Merkelbeek 300 gulden en stelt als onderpand het huis de Carcolle en haar helft in het huis de Stock. Ze had eerder al een lening van 300 gulden van hem gehad en had ook nog een lening van 400 gulden lopen.

V.14 Petrus Slanghen en Elisabeth  van der Hoeve        Maastricht
(zoon van IV.7, kleinzoon van III.3)
Peter is geboren op  29-8-1657. Hij trouwde op 26-4-1693  in de St.Nicolaaskerk in Maastricht met Elisabeth v.d. Hoeve (v.d.Hofve) uit Schin op Geul. Peter was koopman en was lid van het Cremers ambacht; er is een brief uit 1694 over levering van hop . Elisabeth is overleden op 2-8-1700. Ze is in de St. Nicolaaskerk begraven. Peter is voor of in 1706 overleden; vermoedelijk was hij in augustus 1704 al ernstig ziek.
In 1693 leende Peter van de OLV-kerk in Maastricht 2100 gulden tegen 5 % rente. Hij borgde met zijn deel in het huis “Stockholm”in de Stokstraat, zijn deel in 5 bunder weide en 5 morgen en 24 roeden land in Valkenburg en zijn deel in een beemd (16 roeden) en 3 percelen weiland in Bunde. Hij bezat toen ook het huis “de gulden Valck” in de Brugstraat, dat hij verhuurt. Begin 1698 leende Peter 900 gulden tegen 5 % rente van het Cremers ambacht (gilde). Hij borgde met al zijn bezittingen.
Eind 1698 leende Peter van kanunnik Frencken 3000 gulden. Als borg dienden zijn huis “de Gulden Valck” in de Brugstraat, zijn derde gedeelte in het huis “Stokhim” in de Stokstraat, zijn vierde gedeelte in een huis aan de Kersemarkt, genaamd “de Voetboege” en acht bunder land (weide en akkerland in diverse percelen) in Bunde. In 1703 lostte Peter 1700 gulden af en in 1704 losten zijn broer Stas samen met iemand anders namens Peter de resterende 1300 gulden af.
In 1699 leent Peter 1700 gulden tegen 4 % rente en betaalt daarmee een schuld van 800 pattacons aan de weduwe Peerbooms van 800 pattacons af te betalen. Peter borgt met zijn huis “de Valck”in de Brugstraat. Ook in 1699 verkoopt Peter, na het overlijden van zijn schoonvader, namens zijn vrouw 5 grote morgen weiland in Valkenburg voor 2100 gulden. Via een omweg wordt hiermee de lening van de OLV-kerk afbetaald. De koper betaalt met het overdragen van een lening van 2900 gulden die hij had gegeven aan Jan Baptist Gilkin. Peter betaalde “om de coop egael te maken” aan Gilkin uit de hand 800 gulden. Een week later droeg Peter de lening over aan het kapittel van de OLV-kerk. Een half jaar later koopt Peter van zijn broer Stas landerijen voor in totaal 594 gulden.
In 1702 werd een proces tegen Peter gevoerd omdat hij een schuld van 178 gulden voor geleverde goederen niet betaalde. Ook in 1703 en 1705 maakte hij schulden, resp. 400 en 600 gulden.

 Er zijn 4 kinderen bekend, ze werden in de St. Jacobskerk gedoopt en waren Brabants burger. Drie kinderen werden in de kerk begraven, dus Petrus moet een welgesteld man zijn geweest.    
1.Eustachius Franciscus is geboren op 13-4-1694 en is gestorven op 6-9-1697, 3 jaar oud.  Hij werd in de St. Nicolaaskerk begraven.
2. Petrus Theodorus is geboren op 15-11-1695. Hij leefde in 1706 nog.
3. Johan Mathias is geboren op 6-1-1697 en is gestorven op 19-9-1697 (8 maanden oud), twee weken na zijn oudste broertje. Hij is ook in de  St Nicolaaskerk begraven.
4. Maria Sara is geboren op 23-9-1698 en is ongehuwd gestorven op 10-1-1724, 26 jaar oud. Ze woonde toen aan de Grote Gracht. De uitvaartdienst was in de Catharinakerk; ze werd in de Nicolaaskerk begraven.
Tot voogd van de kinderen werden benoemd Theodoor Coumans, pastoor van Berg en Terblijt en zijn kapelaan Strengaertz. Pastoor Coumans was naaste familie; hij was eerder vicaris van de OLV-kerk in Maastricht. De voogd mocht echter niet zelfstandig handelen; de Brabantse schout en schepenen van Maastricht waren opper-momboir (hoogste voogd).De voogden van de kinderen verkochten in 1706 een aantal percelen grond in Nuth voor 15 gulden per grote roede:
– een halve bunder akkerland "op den geijsberg", belast met een half vat haver in de cijnskaart Bergh,
– een morgen en 70 kleine roeden akkerland "aen den heuvel", grenzend aan de Sittarderweg en de Wijenweg,
– anderhalve morgen akkerland "in de eertgrubbe", belast met vijf malder rogge in de cijnskaart Bergh;
– drie morgen en 28 kleine roeden akkerland "in de witte hegge",
–  twee morgen en 97 kleine roeden akkerland "op de thiende vrij", grenzend aan de Beekerweg.
Van de totale prijs van 870 gulden werd 32 gulden afgetrokken vanwege de op het land rustende cijns. Met de opbrengst werd een schuld van 100 rijksdaalder afbetaald, die nog resteerde van een schuld van Peter uit 1703.
In 1716 verkocht pastoor Coumans als voogd, samen met de drie dochters van Helena Slangen en mede namens de andere broer en zus die eigenaar waren het huis "de Voetbooge"aan de Kersenmarkt voor 2000 gulden.

 V.I4klein
Elisabeth kon goed schrijven, zoals uit bovenstaand briefje blijkt.

Onbekende kinderen.
In Wijlre overleden in 1679 Joannes Wilhelmus Slangen (op 20-1-1679) en Adolfus (op 29-4-1679; hij was 5 jaar oud). Van beiden is geen geboorteakte bekend. Mogelijk gaat het om buitenechtelijke kinderen uit Maastricht of Gulpen die in Wijlre ondergebracht werden.
Verder is er een Petrus gedoopt op 6-6-1674 in Nuth, waarvan de vader Arnoldus Slangen is en de moeder Maria heet. Van Petrus is verder niets bekend.
Op 7-4-1698 trouwde Maria Slanghen in de Nicolaaskerk in Maastricht met Lambertus Nollet, gedoopt op 5-3-1673 in die kerk. Bij het huwelijk was Joannes Bovy, getrouwd met Catharina Roeckx, getuige. Hij was ook getuige bij beide huwelijken van Stas (V.13). Maria moet geboren zijn rond 1675. Ze overleed op 18-1-1750; de uitvaart was in de Nicolaaskerk. Ze hadden 6 kinderen, waarvan er 2 jong overleden. Maria zou een onwettige dochter van Stas kunnen zijn, maar waarschijnlijker is dat ze uit Nuth stamt. Haar tweede zoon heette Arnoldus, wat er op wijst dat haar vader Arnoldus heette. In de Maastrichtse tak komt die naam niet voor en in Nuth wel.


 

.